Vakmanschap door meesterschap

 

Begin februari stelde minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid twee miljoen euro beschikbaar voor een Ambachtsacademie. Hier kunnen werkloze 50-plussers een vakopleiding volgen. De opleiding die is gebaseerd op het principe van meester-gezel vindt plaats binnen een bedrijf. De Ambachtsacademie is een project van AmbachtNederland, een samenwerkingsverband van het Ministerie van SZW, UWV,  Startfoundation en Qredits. Toen ik globaal kennisnam van het persbericht dacht ik: “Zouden de centra vakopleiding terugkeren; dat kan toch niet voor twee miljoen?" Nee, die keren hiermee niet terug, maar er is wel een overeenkomst. Het bericht geeft me een opstapje om nog eens terug te kijken naar deze centra.

 

De centra vakopleiding werden opgericht na de Tweede Wereldoorlog met als doel het opleiden van werkzoekenden ten behoeve van de wederopbouw. Eerst nog voor uitsluitend volwassenen, later ook voor werkloze jongeren. Na veel discussie tussen ministeries werden ze onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken en niet van het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting. De centra pasten ook het principe van meester-gezel toe. Ze gebruikten daarbij een bijzondere opleidingsmethode: de Hoofdelijk Versnelde Scholing. De opleiding bestond uit een opeenvolgende reeks van praktische modules. Iedere cursist moest de modules volgen die voor hem nuttig waren. Zo kon optimaal gebruik worden gemaakt van zijn kennis, ervaring en mogelijkheden. De opleiders waren mensen uit de praktijk, die vaak geen onderwijsbevoegdheid hadden maar wel hun kennis goed konden overbrengen. Een meester-gezel constructie dus. Er werd zo veel mogelijk geprobeerd tijdens de opleiding de dagelijks praktijk te simuleren. De cursisten kregen aanvankelijk zelfs een loon en moesten zich houden aan de reguliere in bedrijven bestaande werktijden. De centra bleken een groot succes. Tachtig procent van de uitstroom van leerlingen behaalde binnen twee jaar het niveau van startkwalificatie (mbo-niveau 2). Daarbij hielp dat de centra vanwege hun praktijkgerichtheid, erkend waren als beroepspraktijkvorming, zodat de leerlingen geen stage hoefden te lopen.

 

De sterkte van de centra bleek hun zwakte. In 2003 werden de centra vakopleiding overgenomen door de ROC’s, wat neerkwam op opheffing. Daaraan gingen vele weinig florissante discussies vooraf. De instellingen van het middelbaar beroepsonderwijs vonden dat de centra onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van OCW moesten vallen. Na veel gelobby vonden ze dit ministerie aan hun zijde. Het had voor de hand gelegen bij de verzelfstandiging van Arbeidsvoorziening de positie van de centra vakopleiding definitief vast te leggen[1]. Dat gebeurde niet omdat vooral sociale partners wensten dat het verzelfstandigde Arbeidsvoorziening, het CBA, meer bevoegdheid kreeg op het terrein van scholing voor werkzoekenden, zoals bij de bbl. Dit was een redelijke wens, want Arbeidsvoorziening subsidieerde al jaren de praktijkcomponent van de bbl (later omgezet in een fiscale aftrekpost). Er werd overeengekomen dat na een evaluatie-onderzoek de positie zou worden vastgesteld. Dit onderzoek vond plaats in 1993[2]. De uitkomsten waren positief voor de centra. Ze bleken zelfs effectiever dan de bbl. Toch slaagde de lobby van het beroepsonderwijs erin dat de Tweede Kamer twee jaar daarna een motie aannam om de centra onder het Ministerie van OCW te brengen. Pas eind 2001 zette minister Vermeend van SZW stappen om deze motie tot uitvoering te brengen. Hij wilde eigenlijk de centra invlechten binnen de ROC’s zodat de waarde van de Hoofdelijk Versnelde Scholing (HVS) behouden bleef. Ter onderbouwing daarvan bracht zijn ministerie in 2002 een publicatie uit waarin deze methodiek werd onderbouwd[3].

 

In 2003 werden de centra na overname door de ROC’s opgeheven. Ook hun specifieke scholingsmethodiek ging verloren. In 2005 schreef de toenmalige staatsecretaris van OCW, Rutte (de huidige minister president) aan de Tweede Kamer dat de HVS en het daarbij behorende personeel na signalen van de ROC’s niet te handhaven zijn. Zo verdween een effectief instrument om werkloosheid te bestrijden en te voorkomen. Met de Ambachtsacademie komen de centra vakopleiding niet terug. Maar wellicht is deze een eerste aanzet om een politieke dwaling te corrigeren.


 

 



[1] Zie over de ontmanteling van het arbeidsvoorzieningsapparaat, incl. de centra vakopleiding, Hoffman, L. (2017). Waar is Arbeid gebleven, Elikser, Leeuwarden, p. 301-345.

[2] Koning, J. de (1993). Kosten en baten van het Centrum Vakopleiding, het CBB en Vrouwenvakschool, NEI, Rotterdam.

[3] KPMG BEA (2002). Quick scan hoofdelijk Versnelde Scholing, Ministerie SZW, Den Haag.