Hoe verder met de EMU?

Bij lezing van de interessante nota van de Europese Commissie waarin veel mogelijkheden van Europese integratie worden genoemd, moest ik denken aan een verklaring van 70 Nederlandse economen in 1997. Zij wezen op het gevaar van de EMU, waartoe Europa bij het verdrag van Maastricht had besloten. Zij zeiden, heel kort samengevat, dat een economische unie alleen gebaseerd op een gezamenlijke munt niet goed kan functioneren omdat de aangesloten landen, economisch gezien, geen eenheid vormen. Door de EMU kunnen landen in uiterste economische nood niet meer hun wisselkoers aanpassen. Er zou een geïntegreerd economisch en financieel beleid moeten worden gevoerd. De 70 stonden niet alleen. Er was ook een verklaring met dezelfde inhoud van 133 economen uit de EU-landen. Er werd niet naar hen geluisterd.

De geschiedenis leert dat de 70 niet helemaal gelijk hebben gekregen. Ondanks veel gedoe heeft de EMU Europa goed door de laatste monetaire crisis geholpen al deed dat soms behoorlijk pijn, zoals in Griekenland. De nota van de Europese Commissie toont aan dat de 70 grotendeels wel gelijk hadden. Europa staat voor grote beslissingen om de euro levensvatbaar te houden. Dan gaat het om vragen als: 1. Moet Europa een eigen belastingbeleid voeren om inkomsten te verwerven? 2. Moeten de banken aan uniforme stringente regels voldoen? 3. Moet Europa een economisch beleid voeren om schommelingen in de conjunctuur te voorkomen? 3. Mag ze daarvoor over eigen investeringsfondsen beschikken? 4. Wat te doen met de uiteenlopende arbeidsvoorwaarden binnen Europa?

Het zou me niet verbazen dat de leiders van veel politieke partijen een heel eind willen gaan met verdergaande integratie, maar er niet voor uit durven te komen uit angst voor populisten. Laat hen leiderschap tonen. Daarom is dit een onderwerp dat niet moet worden gevoerd door alleen financiële specialisten in de Tweede Kamer. Immers, uiteindelijk gaat het om de toekomst van een duurzame samenleving voor de toekomst.