Oud en economisch voltooid

 

We moeten weer groeien. Dat is de wens van velen. Daarom moet de economie zo snel mogelijk na de pandemie hersteld worden. Hoe die groei moet plaatsvinden, lijkt even niet interessant. Dat een deel van de groei louter een groei is van de financiële sector zonder enige verbinding met de reële sector en of ze spoort met het klimaatbeleid mag even worden vergeten. Groei is bovendien noodzakelijk om de overheidsfinanciën op orde te hebben en te houden, zodat probleemloos voldaan kan worden aan de strenge Europese begrotingsregels; de wens van de huidige demissionaire regeringspartijen VVD, D66 en CDA.

 

De stukken die ministeries hebben voorbereid voor de kabinetsformatie sluiten naadloos aan op deze stellingen. Ze besteden weliswaar veel woorden aan de brede maatschappelijke welvaart, maar doen er weinig mee. Deze nieuwe definitie van welvaart werd vorig jaar kamerbreed omarmd omdat ze niet alleen de economische aspecten van welvaart, maar ook de ecologische en sociaal-maatschappelijke aspecten meet. Welvaart is dus meer dan groei van het bbp. Maar nu houdt vooral het Ministerie van Financiën daar nauwelijks rekening mee. Veel ouderen zullen van deze beperkte welvaartsopvatting de dupe worden.

 

Het eerste stuk verscheen al in oktober vorig jaar: het rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte, Koers bepalen. Kiezen in tijden van budgettaire krapte. In deze groep zitten vertegenwoordigers van ministeries,  de planbureaus en De Nederlandsche Bank. Veelbelovend lijkt de aandacht die ze heeft voor de brede welvaart. Ze adviseert daarom de lange-termijndoelen duidelijk te maken en te verankeren in het regeerakkoord. Daarvoor zou de rapportagecyclus van PBL en SCP moeten worden aangesloten op de begrotingscyclus. Dat klinkt prachtig; eindelijk vinden ook de ambtelijke financieel specialisten dat welvaartsgroei meer is dan groei van het bbp. Maar dan gaat het mis. Aan het begin van het rapport staat: “Niet kiezen betekent dat de zorguitgaven automatisch steeds verder toenemen als percentage van het bbp, terwijl de belastingen stijgen en andere collectieve uitgaven, zoals aan onderwijs en defensie, juist dalen. Een volgend kabinet kan dit tij alleen keren als het keuzes durft te maken.” Zo zien we waar de ambtelijke prioriteiten liggen. Topambtenaren van Financiën, waaronder de secretaris van de Studiegroep maakten het in een artikel in het economenblad  ESB[i] nog erger. Zij schreven dat de partij die opkomt voor onderwijs, veiligheid of lagere lasten, tegen de bierkaai vecht. Zij geven in hun artikel tevens kritiek op de doorrekening van de verkiezingsprogramma's door het CPB, Keuzes in kaart, omdat in het basispad (beleid bij ongewijzigd beleid), waarmee de verkiezingsprogramma’s worden vergeleken, bij voorbaat niet gekort is op zorguitgaven.

 

De zorguitgaven groeien automatisch vanwege de ouder wordende bevolking en door technische ontwikkeling. Ondanks die groei, is er de afgelopen jaren op bezuinigd. De babyboomers zijn daarvan de oorzaak en omdat er automatisch van wordt uitgegaan dat deze niet meer productief zijn, mag er best op zorguitgaven worden bezuinigd. Een vergelijking met de jaren zeventig ligt voor de hand. Toen kregen dezelfde babyboomers de schuld van de fors stijgende uitgaven voor onderwijs. Nu belemmeren ze deze uitgaven volgens het Ministerie van Financiën. Alsof goede zorg geen onderdeel is van de brede maatschappelijke welvaart. Dat dit ministerie nog weinig rekening houdt met die brede welvaart, blijkt ook uit een ander document  dat vorige maand ten behoeve van de kabinetsformatie verscheen: Ombuigings- en intensiveringslijst 2021. In deze lijst staat uitvoerig hoeveel en op welke wijze kan worden bezuinigd en geïntensiveerd, alsof er weer een gedetailleerd regeerakkoord moet komen. Je zou verwachten dat daarin een poging wordt gedaan het brede maatschappelijk welvaartsbegrip financieel te kwantificeren. Maar nee, het begrip wordt zelfs niet genoemd.  Wel wordt ook hierin prominent aandacht besteed aan de wens op zorguitgaven te bezuinigen.

 

Een vergelijking met de discussie over de coronamaatregelen, waarin ouderen worden vergeleken met dor hout, ligt voor de hand. Kennelijk is volgens de ambtenaren van Financiën het economisch leven van ouderen voltooid omdat ze niet meer productief zijn. Dat lijkt me nou niet echt stroken met een breed welvaartsbegrip!

 



[i] Karlijn, Kersten e.a., Niet kiezen in de begroting, is kiezen voor meer zorg en minder onderwijs, ESB, 18 februari p.110.