Steun alleen levensvatbare en maatschappelijk relevante bedrijven

Toen de corona-crisis uitbrak reageerde het kabinet snel met steun aan bedrijven. De eerste regeling was een tegemoetkoming in loonkosten. Daarna kwamen er meer. Het ziet er echter naar uit dat op 1 oktober, als de meeste regelingen afgelopen zijn, de crisis nog niet bezworen is. Zal het kabinet doorgaan met meer miljarden uit te geven? Opvallend was de steun aan de KLM met 3,4 miljard euro. Tegelijkertijd publiceerde de Algemene Rekenkamer een rapport over steun aan grote ondernemingen met als doel te leren van het verleden. Te laat?

 

De rekenkamer noemt 16 lessen die het kabinet zou moeten kennen. De eerst les legt meteen een relatie naar de steun aan de KLM: breng het publiek belang in beeld. Uit het verleden worden voorbeelden aangehaald waarbij dit belang volgens de rekenkamer mager was onderbouwd: de steun aan het scheepsbouwconcern Rijn Schelde Verolme (RSV), Fokker, DAF en Nedcar. De tweede les liegt er ook niet om: zorg voor inzicht in de continuïteit van de onderneming. Het noemen van deze lessen lijkt op het intrappen van een open deur. Waarom doet de rekenkamer dat? En interpreteert ze haar taak die artikel 76 van de Grondwet haar geeft niet erg ruim: “De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk”.

 

Uit de genoemde voorbeelden mag niet de conclusie worden getrokken dat in het verleden het publiek belang bij steun aan bedrijven niet zou zijn meegewogen. In de jaren tachtig van de twintigste eeuw was ik betrokken bij die steun als ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken dat daarbij samenwerkte met de Ministeries van Financiën en Economische Zaken. Ik herinner me de zaal bij het Ministerie van EZ waar directeur-generaal Molkenboer directies die om steun vroegen scherp ondervroeg: Molkenboer zat met zijn rug naar een groot raam en de directies keken in het tegenlicht. Ik herinner me ook dat de CEO van een onderneming, die tevergeefs hulp vroeg, mij toeriep: “Is het Ministerie van Sociale Zaken dan niet meer voor werkgelegenheid?”. Natuurlijk wel, maar niet alleen dat. Bedrijven die om steun vroegen, moesten met de billen bloot. Als ze niet konden aantonen dat ze levensvatbaar waren, kregen ze geen ondersteuning. De bedrijfssteun kostte veel geld en soms ging er, evenals in de marktsector iets goed mis, zoals bij RSV waarbij 1,5 miljard euro overheidsgeld de mist in ging. Ook de vliegtuigindustrie van Fokker kon niet behouden blijven, maar een belangrijk onderdeel van Fokker bestaat nog wel: Fokker Technologies. Veel bedrijven zijn overigens wel met succes geholpen, zoals DAF en Nedcar.

 

Sinds het RSV-debacle is een politiek breed gedragen principe dat steun aan bedrijven eigenlijk geen taak van de overheid is en dus alleen bij hoge uitzondering mag worden verstrekt. Het rapport van de rekenkamer is daarvan een bewijs. Juist nu tijdens de corona-crisis ook nuttige bedrijven omvallen, schreven de ministers van EZK en van Financiën op 1 mei jl. terecht aan de Tweede Kamer dat het bij steun moet gaan om: “grote ondernemingen die een cruciale positie in ecosystemen bekleden, een omvangrijke bijdrage aan maatschappelijke uitdagingen en/of beleidsdoelen leveren of zeer substantiële (regionale) werkgelegenheidseffecten met zich meebrengen”.

 

Zo’n zin vraagt om uitleg. Wat zijn de criteria voor steun? Uit de (overigens breed gewaardeerde) steunmaatregelen die het kabinet in het begin van de coronacrisis nam, blijkt dat daaraan veel ontbreekt. Zo wordt de tegemoetkoming in loonkosten verstrekt als een onderneming  minimaal 20 procent minder omzet heeft gedraaid over een periode van 4 maanden. Om de regeling niet te ingewikkeld te maken, werden geen verdere voorwaarden gesteld. Simpeler was geweest om te kijken naar de winst van het afgelopen jaar. Want waarom zou je ondernemingen steunen die veel winst hebben gemaakt? Door de steunmaatregel kreeg een bedrijf als Booking.com met een winst van vijf miljard dollar in 2019, een subsidie van ruim 64 miljoen euro! Ook zou het kabinet de maatschappelijke waarde moeten meetellen. Wat gaat er verloren als Booking.com omvalt? Weinig, behalve werkgelegenheid.

 

Hiermee raak ik een punt dat van belang is bij volgende steunoperaties. Steun aan bedrijven met winst, wier enige nut werkgelegenheid is, zou beter kunnen worden besteed aan arbeidsmarktbeleid dat ervoor zorgt dat werklozen snel worden geschoold, en met een goede uitkering, naar banen worden geleid waaraan maatschappelijke behoefte bestaat. Geëist mag worden dat bij dit soort operaties het maatschappelijk belang duidelijk wordt meegewogen. Er moeten duidelijke criteria met betrekking tot milieu, maatschappelijk nut en werkgelegenheid klaar liggen om effectief te kunnen handelen. De lessen van de Algemene Rekenkamer waren dus toch relevant.