PvdA ziet rapport Borstlap niet als opstapje terug naar Arbeid

 

In een scherpe column in Het Financieele Dagblad constateerde de oud-directeur van het Centraal Planbureau, Teulings, dat de Commissie Borstlap het arbeidsmarktbeleid van de afgelopen twintig jaar repareert. Hij sloot de column af met een sneer naar de PvdA die in plaats van kritiek te leveren de commissie had moeten omarmen omdat de A in de afkorting staat voor arbeid. “Maar wat nog is kan nog komen”, schreef hij. Zou dat lukken? Vooralsnog lijkt dat van niet.

 

Op verzoek van de toenmalige directeur van de Wiardi Beckmanstichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, schreef ik in 2017 een geschiedenis over het werkgelegenheidsbeleid van SDAP en PvdA, Waar is Arbeid gebleven?. Ik kwam daarin tot dezelfde conclusie als Teulings. Het landelijk bestuur van de PvdA vond dat niet leuk en wilde het boek niet op haar website vermelden. De afgelopen twintig jaar was de PvdA mede-verantwoordelijk voor het falende arbeidsmarktbeleid: de arbeidsbureaus verdwenen, de centra vakopleiding werden ontmanteld, de werkloosheidsbestrijding werd ondergeschikt gemaakt aan mogelijke besparingen op sociale zekerheid (de zogenaamde schadelastbeperking), de sociale werkplaatsen verdwenen en het beleid om personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan te helpen werd vergezeld van een bezuiniging gedecentraliseerd naar gemeenten. Daarnaast werd een financieel-economisch beleid gevoerd dat slecht was voor de werkgelegenheid. De uitgaven voor actief arbeidsmarktbeleid zijn volgens de OECD als percentage van het bbp sinds 2000 in Nederland gehalveerd tot 0,6% van het bbp.

 

Tijdens de eerste plenaire behandeling van het rapport Borstlap in de Tweede Kamer had PvdA-leider Asscher de omslag kunnen maken. Dat deed hij niet. Hij begon te vertellen over een zekere Dennis die hij twee jaar geleden had ontmoet. Dennis die met een bijstandsuitkering in plaats van een loon werkzaamheden moest verrichten, als voorbeeld van hoe het niet moet. Ik herinner me dat hij een paar jaar daarvoor op een conferentie kritiek kreeg van een jongeman die met moeite kon bestaan van verschillende flexibele baantjes; dat paste toch niet in de sociaal-democratische traditie? Die jongeman moest tevreden zijn met een ‘kluitje in het riet antwoord’ van Asscher: hij was immers al bezig de flexibiliteit van de arbeid terug te dringen... Sindsdien zal vanwege de Participatiewet Dennis voor zijn werk nog steeds geen normaal loon krijgen. Ook de flexibilisering is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen.

 

In plaats van de brede visie van de Commissie Borstlap te omarmen, haalde Asscher er een passage uit en blies die enorm op. In EenVandaag zei hij: "Als de baas zegt: ‘volgende week werk je aan de andere kant van het land, in een andere functie voor de helft van het geld, wat volgens het rapport dan geaccepteerd moet worden’, dat vind ik een krankzinnig idee". Borstlap c.s.  doen inderdaad voorstellen om met aanpassingen van de arbeidsvoorwaarden de interne flexibiliteit van een bedrijf te verbeteren, maar wel met voorwaarden. Dan was de kritiek van de FNV minder uit zijn verband gerukt. Het moge uiteraard duidelijk zijn dat bij de uitwerking van de voorstellen van de commissie ervoor moet worden gezorgd dat misbruik ervan door werkgevers wordt voorkomen.

 

De afgelopen maanden zijn naast het rapport van de Commissie Borstlap meer rapporten verschenen over het arbeidsmarktbeleid. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid pleitte met Het betere werk voor een actief en inclusief arbeidsmarktbeleid, de Sociaal-Economische Raad maakte een Inventarisatie Leven Lang ontwikkelen in de sociale zekerheid, en het Sociaal en Cultureel Planbureau maakte in een evaluatie-onderzoek korte metten met de Participatiewet. Asscher greep de kans niet, die al die rapporten boden. om voorgoed afstand te nemen van het arbeidsmarktbeleid van de afgelopen decennia. De Commissie Borstlap vroeg minister Koolmees het initiatief te nemen voor een alliantie van alle betrokken partijen om een actief en inclusief arbeidsmarkt te ontwikkelen. Haar aanbevelingen maken het mogelijk weer een publieke arbeidsvoorziening op te bouwen die past bij de huidige arbeidsmarkt. Laat Asscher Koolmees daarbij ondersteunen, zodat hij recht doet aan een oude sociaal-democratische traditie die Arbeid zinvol, nuttig en prettig maakt.