Tinbergen: econoom en idealistisch sociaal-democraat

 

“Er moet een einde komen aan de polariserende discussie tussen keynesianen, aanbodeconomen, deregulanten, monetaristen enzovoort en economen moeten pas te voorschijn komen als ze het eens zijn”. Dit zijn niet mijn woorden, maar van prof. Jan Tinbergen. Hij schreef ze in een artikel in een special van het economenblad ESB dat in 1983 verscheen ter gelegenheid van zijn drieëntachtigste verjaardag. En hij liet het hier niet bij. Hij noemde nationalisme een “monster en Volksvijand Nummer Een, dat de Europese Gemeenschap ondergraaft”. Tinbergen was een beminnelijk mens, die deze – nu nog actuele – scherpe woorden niet snel zou bezigen. Ik heb in de jaren zeventig gesprekken met hem gevoerd over zijn rol bij het economisch beleid van SDAP en PvdA. De resultaten daarvan heb ik verwerkt in mijn boek Waar is Arbeid gebleven? Hij was toen directeur van het Nederlands Economisch Instituut, de uitgever van ESB, waarvan ik toen hoofdredacteur was.

 

Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat Tinbergen de eerste Nobelprijs Economie ontving, tegelijkertijd met de Noor Ragnar Frisch. Tinbergen ontving deze prijs omdat hij een methode had ontwikkeld om causale kwantitatieve relaties tussen economische gegevens te leggen (regressie-analyse). Hij was daartoe geïnspireerd door de padanalyse die al veel eerder door psychologen was toegepast. Tinbergen werd daarmee de grondlegger van de econometrie en hij legde de basis voor de bouw van macro-economische modellen. Terecht dat daarom dit jaar het Centraal Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek, De Nederlandsche Bank, de Sociaal-Economische Raad, de Erasmus Universiteit, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Tinbergen Instituut het initiatief namen om Tinbergen te herdenken met het project Tinbergentoday[1].

 

Tinbergen was oorspronkelijk geen econoom. Hij was een begaafd natuurkundige die samen met zijn promotor, de Leidse hoogleraar Ehrenfest, goede contacten onderhield met Einstein. Hij was ook een sociaal-democraat die zeer begaan was met de maatschappelijke problemen van de jaren twintig en dertig (werkloosheid en armoede). In zijn proefschrift legde hij een link tussen de natuurwetenschappen en de economie[2]. Hij besloot na zijn promotie verder te gaan in de economische wetenschappen omdat hij daarmee meer voor de maatschappij kon betekenen. Hij werd actief binnen de SDAP en leverde een belangrijke bijdrage aan Het Plan van de Arbeid. Dit plan verscheen in 1935; een jaar eerder dan Keynes’ befaamde boek waarin deze duidelijk aangaf dat de oorzaak van de hoge werkloosheid tijdens de economische crisis niet de te hoge kosten, maar het gebrek aan bestedingen was[3].

 

Tussen Keynes en Tinbergen bestonden zowel verschillen als overeenkomsten. Ze onderschreven dezelfde economische uitgangspunten, al had Keynes aanvankelijk grote moeite met de wiskundige onderbouwingen van Tinbergen. Politiek gezien verschilden ze echter honderd procent. Tinbergen was een sociaal-democraat die met behulp van de economische wetenschap het welzijn van de mensen wilde bevorderen. Keynes was een liberaal die met de economische wetenschap de ineenstorting van het kapitalisme wilde voorkomen. Wel waren beiden tot het inzicht gekomen dat het marktmechanisme zijn beperkingen heeft.

 

Als eerste directeur van het Centraal Planbureau (CPB) kreeg Tinbergen de gelegenheid om zijn econometrische kennis toe te passen. In 1955 verliet hij het CPB en ging zich vooral wijden aan de economische problemen van de arme landen, waarvoor hij actief werd in en voor internationale organisaties. Daarnaast hield hij zich bezig met de problemen van milieu, oorlog en vrede. Zijn bijdragen aan al deze maatschappelijke problemen maken hem minstens zo belangrijk als de baanbrekende inzichten waarvoor hij de Nobelprijs ontving. Het project Tinbergentoday vindt het hierom tijd worden voor bezinning om “aan de hand van het verleden te kijken naar het Nederland van nu en in de toekomst”. Laten de initiatiefnemers zich dan vooral de oproep van Tinbergen ter harte nemen waarmee ik deze blog begon.

 

Eigenlijk zou de PvdA zich bij dit project moeten aansluiten. Tinbergen heeft immers een grote bijdrage geleverd aan de economische visie van deze partij en vooral van haar voorganger de SDAP. Hij was een pure sociaal-democraat die met zijn objectieve analyses bij velen respect afdwong. Het lijkt er helaas op dat dit niet zal gebeuren. De PvdA heeft nog wel belangstelling voor werkgelegenheid en inkomensongelijkheid, maar heeft sinds eind jaren negentig afscheid genomen van de visie van Tinbergen (en daarmee ook die van Keynes) op een structureel werkgelegenheidsbeleid. Daarmee is ze terug bij het economisch denken van de SDAP van vóór Het Plan van de Arbeid.

 

 

 

 

 



[2] J. Tinbergen, Minimumproblemen in de natuurkunde en ekonomie, Amsterdam, 1929.

[3] J.M. Keynes, The Gerneral Theory of Employment, Interest and Money, Londen, 1936.