Honderd jaar Ministerie: hoe sociaal zijn de zaken nog?

 

Honderd jaar geleden werd het Ministerie van Arbeid opgericht, nu het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Piet Aalberse van de Rooms-Katholieke Staatspartij (thans CDA) was de eerste minister. Hij mag worden gezien als een progressief politicus; zonder succes streefde hij in de jaren dertig een centrum-linkse coalitie na. Bekend is zijn Arbeidswet van 1919 waarmee de 40-urige werkweek werd ingevoerd, die hij overigens drie jaar later veranderde in een 45-urige werkweek.

 

Aan de oprichting van het Ministerie van Arbeid ging veel politieke strijd vooraf. In 1908 interpelleerde Troelstra het kabinet-Heemskerk over de werkloosheid met als resultaat de instelling van een staatscommissie. Deze rapporteerde pas in 1914 met vergaande voorstellen voor het te voeren werkgelegenheidsbeleid, waarvan de Arbeidswet er één was.

 

Naar aanleiding van zijn honderdjarig bestaan organiseerde het Ministerie een maatschappelijk dialoog over de toekomst van werk met een online-dialoog en bijeenkomsten in Den Haag, Eindhoven en Zwolle. Deze dialoog leverde voor mij drie interessante bevindingen op.

 

1.         De toekomst van werk was het enige onderwerp. Jammer, maar misschien wel met opzet? Want het ministerie mag dan wel een belangrijke rol spelen bij het arbeidsvoorwaardenbeleid en de sociale zekerheid, de huidige minister Koolmees – die overigens bij geen enkele bijeenkomst aanwezig was – speelt zijn rol terughoudend. De verantwoordelijkheid voor de arbeidsvoorwaarden legt hij geheel bij de sociale partners en de sociale zekerheid is uitbesteed aan UWV en gemeenten. De minister roert zich wat de ‘sociale zaken’ betreft alleen in de pensioendiscussie.

 2.         Je hoeft geen deskundige te zijn om een visie te hebben op de toekomst van werk. Uit de discussie bleek namelijk dat de visies van deelnemers en deskundigen niet wezenlijk uiteenliepen. Deze stelling is uiteraard discutabel, want de deelnemers waren uiteraard belangstellenden van wie velen zich privé of beroepsmatig met dit onderwerp bezig houden. Dat geldt echter niet voor de kinderen uit groep 8 die op de slotbijeenkomst waren uitgenodigd om hun visie te geven. Alle deelnemers, ook de kinderen, zien dat globalisering, robotisering en flexibilisering van de arbeidsmarkt steeds sterker een rol gaan spelen en dat het nuttig is daarmee rekening te houden. Opvallend was dat zij die toekomst niet als bedreigend zien, ondanks het risico van een groeiende tweedeling in de maatschappij. Om negatieve ontwikkelingen te voorkomen vinden zij wel enige sturing van de overheid gewenst.

 3.         Het beleid heeft een slecht geheugen. Terwijl toch de toekomst ook door het verleden wordt bepaald. Dat verleden van het ministerie was boeiend[1]. Na de indiening van de Arbeidswet door Aalberse is er nog veel meer gebeurd. Na 1920 en vooral na het eind van de jaren dertig, werd een ministerie opgebouwd dat vorm gaf aan een uitgebreid stelsel van sociale voorzieningen. Daarnaast speelde het een steeds duidelijker rol bij politieke sturingspogingen om de arbeidsmarkt beter te laten functioneren. Minister Aalberse pleitte in de jaren dertig zelfs, tegen de zin van Colijn, voor een industriebeleid. De ministers Romme (KVP) en Van den Tempel (SDAP) legden de basis voor een sterke arbeidsvoorzieningsorganisatie. Hun opvolgers, vooral christen- en sociaaldemocratische, werkten dat verder uit. Meest recent, tot aan de jaren negentig, werd met succes in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken, sturing gegeven aan het begin van de digitalisering. Toen vanuit de zaal een deelnemer daar op wees, gaf directeur-generaal Ter Haar slechts aan, dat het toen een andere tijd was. Eind 20e eeuw is wat decennia lang bij het ministerie was opgebouwd, weer afgebroken.

 

Het lijkt me al met al dat het maatschappelijk debat over de toekomst van werk nog lang niet is afgerond. Ik ben benieuwd hoe we over nog eens honderd jaar zullen terugblikken.

 

 

 



[1] Zie: D.P. Rigter, E.A.M van den Bosch, R.J. van der Veen, A.C. Hemerijck, Tussen sociale wil en werkelijkheid; een geschiedenis van het beleid van het Ministerie van Sociale Zaken, Den Haag, 1995, en L. Hoffman, Waar is Arbeid gebleven?, Leeuwarden, 2017, mijn blog van 3 juli, Maatschappij van Weldadigheid; het eerste integrale werkloosheidsproject, en van19 juli 2018 ,Wie temt de robot?.