Bankpraat van onze President

In Nederland heeft de President meer macht dan de Koning. Hoezo? Nederland heeft toch geen President? Toch wel: de President  van De Nederlandsche Bank (DNB). Waar grote bedrijven een CEO als hoogste baas kennen, heeft DNB een President. Deze heeft veel in de melk te brokkelen omdat hij niet alleen uitvoerder, maar ook mede-ontwerper is van het economisch beleid. Daarnaast adviseert hij het kabinet en permitteert hij zich meer uitspraken dan de Koning. Interessant voer voor economen en politici!

 

De huidige President Klaas Knot zet de gewoonte van zijn voorgangers Wellink, Duisenberg en Zijlstra voort door ieder jaar in het jaarverslag van DNB een inleiding te schrijven. Daarin geeft hij niet alleen een terugblik op het gevoerde financieel-economische en monetaire beleid, maar schetst hij ook hoe dit er uit zou moeten zien. Dat is vooral pikant omdat hij voor een groot deel dat beleid bepaalt. Met de totstandkoming van de Europese Monetaire Unie (EMU) hebben de daaraan deelnemende landen hun financieel-economisch beleid ondergebracht bij de centrale banken. Deze worden gecoördineerd door de Europese Centrale Bank, waarvan de President Draghi zich zelfs heel veel macht heeft toegekend. Deze moest ook wel, want hij was de enige die met enorme geldinjecties de bankencrisis kon bestrijden. De afzonderlijke regeringen konden en wilden niet meer doen dan zich houden aan de budgettaire regels van de EMU.

 

 Knot heeft nooit verzwegen dat hij tegen deze geldinjecties is. Deze zijn niet in het belang van Nederland. In ons land is wel een gebrek aan vooral innovatieve investeringen om de economie en daarmee de werkgelegenheid te stimuleren, maar er is voldoende kapitaal aanwezig om deze te financieren. Uit zijn uitlatingen zou je zelfs kunnen concluderen dat hij twijfelt aan de effecten van het monetaire beleid, al heeft hij dat nooit zo gezegd. Zo is hij van mening dat het huidige monetaire beleid met kunstmatig lage rentestanden zombiebedrijven op de been houdt en daarmee de groei van de productiviteit ondergraaft. De lage rentes stimuleren bovendien de zoektocht naar rendement, waardoor aandelenkoersen grote hoogten bereiken en verzekeraars en pensioenfondsen belasten.

 

Over het financieel-economische beleid van het kabinet is Knot duidelijk. Hij deelt pluimen uit, maar heeft ook kritiek. Ik zal enkele punten noemen, die alle met elkaar samenhangen. Omdat momenteel sprake is van hoogconjunctuur wijst hij de budgettaire verruiming van het kabinet af. Het is beter de staatsschuld verder te verkleinen om reserves op te bouwen voor slechte tijden. Het forse economische herstel komt zijns inziens mede door de woningmarkt. Hypotheekrenteaftrek en een te geringe woningbouw – vooral voor de middeninkomens – hebben geleid tot te hoge woningprijzen.

 

Knot tekent daarbij aan dat de Nederlandse conjunctuur heviger schommelt dan die in ons omringende landen. Oorzaken zijn de hoge schulden van huizenbezitters en bedrijven. Die van particulieren wil hij verminderen door de hypotheekaftrek sneller te verminderen en bedrijven moeten meer eigen vermogen creëren door ook voor hen de renteaftrek te verminderen.

 

Er heeft weliswaar economisch herstel plaatsgevonden, maar de huishoudinkomens zijn achtergebleven bij de economische groei. Daardoor daalt de arbeidsinkomensquote (het inkomensaandeel van werkenden in het nationale inkomen). Knot heeft er al vaker op gewezen dat de arbeidsinkomens sneller zouden moeten stijgen. Dat dit niet gebeurt ligt volgens hem aan de zwakke onderhandelingspositie van de werkenden in de flexibele schil. Knot wil daarom de verschillen in rechtspositie tussen flexibele en vaste arbeid verkleinen. Dit overigens allemaal wel bij een krapte op de arbeidsmarkt waardoor volgens hem de economische groei niet houdbaar is.

 

DNB heeft als ambitie het beleid te beïnvloeden op financieel en economisch terrein in de door haar gewenste richting, zo staat in het jaarverslag. Ze doet dus meer dan te zorgen voor een goed werkende kapitaal- en geldmarkt en toezicht op het bank- en verzekeringswezen. Haar President laat zich regelmatig horen zonder last en ruggespraak en zonder parlementaire controle. Hij heeft dus inderdaad meer te vertellen dan onze Koning. Frappant detail, maar niet zonder politieke betekenis. Hij is de topbankier van ons land, en doet dat, zonder dreigement te vertrekken, tegen een veel realistischer salaris dan ’gewone’ Nederlandse bankiers.