De maand van de bezorgers

December is meer dan de laatste maand van het jaar. Hij is voor velen een waardig slot, dat een moment van reflectie biedt en een vooruitblik, voorzien van goede voornemens en goede wensen. Dit jaar mogen we in december 2017 terugkijken op een goed jaar. De economie is met bijna 3,5% gegroeid, de werkloosheid is met ruim één punt gedaald naar 4,5% en dat allemaal bij een stijging van de koopkracht. Voor de nabije toekomst heeft het Centraal Planbureau berekend dat, indien de voornemens van het kabinet slagen, die gunstige ontwikkeling zich zal voortzetten. Maar december heeft ook een keerzijde.

  

December is een maand van uitbundige overmoed. Het kan niet op. Beginnend met een vrijgevig sinterklaasfeest eindigt hij met een overdaad aan genot en geld uitgeven, onverantwoord voor een leefbare aarde. Juist nu die aarde roept om een verantwoord klimaatbeleid en nog velen hongersnood en oorlogsleed ervaren, zou een bescheiden viering van het einde van het jaar  meer gepast zijn.

 

In die maand van overdaad wil ik aandacht te besteden aan een groep van flexwerkers die het thans erg druk hebben: de maaltijd- en postbezorgers. Veelvuldig in het nieuws waren de 750 maaltijdbezorgers van Deliveroo. Hun arbeidscontract werd opgezegd. Voortaan moeten zij zonder enige arbeidsrechtelijke bescherming als zzp’er maaltijden bezorgen. Deliveroo is een internetplatform dat met apps zijn bezorgers aanstuurt. De vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid sprak er onlangs al over naar aanleiding van een “Position Paper” van journalist Rens Lieman die er onderzoek naar deed. In februari zal hij daarover een boek uitbrengen. Vervolgens nodigde de commissie op 6 december Deliveroo uit om zijn verhaal te geven. De commissie stelde zich op als een rechtbank die twee topmensen van het bedrijf met zeer kritische vragen bestookte. Coalitie en oppositie deden niet voor elkaar onder. De antwoorden waren onbevredigend. Zo van: wij opereren in een markt waar iedereen, ook de werknemer, flexibiliteit verlangt en als er iets misgaat, kan men “een beroep doen op onze zorgplicht als bedrijf”.  Dit zal niet veel meer zijn dan een aansprakelijkheidsverzekering . Ik ben benieuwd naar de vervolgstappen van Tweede Kamer en kabinet zijn.

 

De postbezorgers hebben het iets beter. Bij PostNL krijgen zij wel een arbeidscontract en na heel veel protesten het minimumuurloon. Bij Sandd had begin 2017 slechts 50% van de postbezorgers een arbeidscontract. De postbezorging is een mooi voorbeeld van hoe een vrije-markteconomie na privatisering  van overheidsbedrijven functioneert. De bezorgers van PostNL zouden zonder privatisering in vaste dienst zijn bij de overheid als beëdigd ambtenaar met een redelijk salaris, goede arbeidsvoorwaarden en een goede pensioenvoorziening. Thans krijgen zij het  lagere minimumuurloon. Die versobering geldt bepaald niet voor de top van het bedrijf. Topambtenaren verdienen wel goed, maar nooit meer dan de zogenaamde Balkenendenorm (thans € 228.599). De top van PostNL ontvangt zesmaal zoveel. Die van Sandd zal daar ongetwijfeld niet onder zitten. Na de privatisering van de PTT in 1989 ging het met de arbeidsvoorwaarden van de postbezorgers bergafwaarts. Diverse bedrijven beconcurreren elkaar thans met als gevolg dat er wel vijf bezorgers van post en drukwerk achter elkaar aan, dezelfde adressen aflopen. 

 

Nu Sandd zich meer op de postmarkt wil bewegen en PostNL met lage tarieven belaagt  - momenteel zeer prominent met eigen, goedkopere kerstzegels -, mag worden gevreesd dat dit tot verder verlies van arbeidsplaatsen en/of verslechtering van de arbeidsvoorwaarden zal leiden.  Het mag dan weliswaar goed gaan met de Nederlandse economie, maar dat geldt niet voor allen en zeker niet voor maaltijd- en postbezorgers.

 

Desondanks wens ik mijn bloglezers goede en bescheiden kerstdagen toe en een voorspoedig 2018.